Door de jaren heen zijn er meer en meer mogelijkheden beschikbaar geworden om te programmeren. Daarbij hoort ook dat programmeertalen universeler en algemener zijn geworden. Elke programmeertaal heeft echter zijn eigen voordelen en nadelen. Wel zijn er enkele talen die populair blijven, maar er zijn er ook die niet zo vaak gebruikt worden. Er zijn zoveel talen beschikbaar, waardoor de keuze van de juiste programmeertaal moeilijk kan zijn. Je moet natuurlijk kiezen voor diegene die de prestaties van de machine het beste kan regelen.
Wat is een programmeertaal?
Als je nog niet zoveel van programmeren kent, is het goed om eerst te lezen wat een programmeertaal juist is. Het is een soort van taal of code die gemaakt is om bepaalde instructies te verbinden met een computer. Programmeertalen worden gebruikt om algoritmen uit te drukken, om programma’s te maken, om apps te maken, enzovoort. Vroeger kon men kiezen uit slechts enkele programmeertalen, maar momenteel zijn er al duizenden programmeertalen geïmplementeerd. Er zijn programmeertalen die als een standaard taal worden bevonden, zoals: C-taal, maar er bestaan ook andere soorten talen.
De procedurele programmeertaal of imperatief programmeren
De eerste soort van taal is de procedurele programmeertaal. Dit is ook gekend als imperatief programmeren. Hierbij worden er een reeks van instructies uitgevoerd die vervolgens tot een bepaald resultaat leiden. Dergelijke programmeertalen gebruiken verschillende variabelen en kunnen een waarde terugsturen, zoals informatie afdrukken.
De functionele programmeertaal
Een andere vorm in programmeertalen, zijn de functionele programmeertalen. Ze gebruiken bepaalde functies die je kan vergelijken met wiskundige berekeningen. Er worden meestal opgeslagen gegevens gebruikt. De focus van deze vorm van programmeren, ligt op de waarden die teruggestuurd worden van bepaalde functies. Er wordt in machinetaal gedecodeerd, wat al wat moeilijker kan zijn.
De objectgeoriënteerde programmeertaal
Een andere soort van programmeertaal is de objectgeoriënteerde programmeertaal. Het wordt gezien als een groep van objecten die interne gegevens bevat en die deze gegevens kan delen. Bepaalde zaken kunnen op een gemakkelijke manier opgesplitst worden in verschillende diensten. In deze programmeertaal kan je overerving gebruiken, maar moet alles wat een bepaald object nodig heeft, zich hier ook in bevinden. Dergelijke talen kunnen ook polymorfisme gebruiken.
De scripting programmeertaal
Scripting talen zijn meestal procedureel. Ze kunnen ook objectgeoriënteerde elementen bezitten. Het nadeel aan scripting talen, is dat het geen volwaardige programmeertalen zijn voor het maken van grote systemen.
De logische programmeertalen
Onder de soorten programmeertalen vallen ook de logische programmeertalen. Hiermee kunnen er declaratieve uitspraken gedaan worden. De computer kan via deze talen redeneren over dergelijke uitspraken. De logische programmeertalen stellen de computer dus in staat om te denken.
Soorten talen kunnen verwarrend zijn
Het kan verwarrend zijn om over soorten talen te praten. Dit komt omdat de meeste talen wel functies bevatten uit verschillende domeinen. Hoe meer dit een feit is, hoe meer dit bijdraagt aan het uitbreiden van talen en de bruikbaarheid ervan.
Tussen de soorten programmeertalen, wordt ook nog eens een onderscheid gemaakt over de programmeertalen zelf. Denk bijvoorbeeld maar aan programmeertalen als Pascal, COBOL, Python, C#, Prolog, Tcl, Smalltalk, C++, MFC, PHP, LISP, Perl, Java, JavaScript en nog vele andere talen. Welke taal je ook gebruikt, het is van het allergrootste belang om de juiste taal te selecteren voor het ontwikkelen van een bepaalde applicatie.
Lees ook: het gebruik van low code ontwikkelplatformen.